header_TMSD_1920x325.jpg

Twentse Monitor Sociaal Domein

Inleiding

De Twentse Monitor Sociaal Domein (TMSD) toont het gebruik van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering vanuit de Jeugdwet en huishoudelijke ondersteuning, dagbesteding, individuele begeleiding en hulpmiddelen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in alle Twentse gemeenten. De TMSD maakt vergelijkingen mogelijk tussen een gemeente en de regio, maar ook tussen gemeenten onderling.

Interpretatie

Voor de Twentse Monitor Sociaal Domein worden vanaf 2015 per kwartaal cijfers aangeleverd door de Twentse gemeenten. De gegevens worden met elke aanlevering completer. De cijfers kunnen hierdoor met terugwerkende kracht veranderen, omdat gegevens in een recente aanlevering nog kunnen ontbreken vanwege achterstand in de gemeentelijke administratie en doordat aanbieders nog gegevens over cliënten moeten aanleveren.

De website toont informatie over hele jaren.

De getoonde cijfers zijn exclusief alle soorten Verblijf vanuit de Wmo. Dit gaat om beschermd wonen en verschillende vormen van spoedopvang voor volwassenen. Ook wordt informatie die door Kennispunt Twente niet in een categorie ingedeeld kan worden, niet getoond.

Hieronder worden de belangrijkste cijfers uit de monitor weergegeven. Daar waar mogelijk wordt een onderscheid tussen Jeugdhulp en Wmo gemaakt.

Aandeel inwoners met ondersteuning

De afgelopen jaren is er sprake van een lichte toename van het percentage inwoners in Twente met ondersteuning. In 2018 ging het om 9,3%, in 2022 heeft 9,9% van de totale bevolking in Twente ondersteuning vanuit de Wmo of Jeugdwet. 

Kijkend naar de verschillende domeinen is een veel duidelijker stijging te zien bij jeugdhulp. Het aandeel jeugdigen met jeugdhulp is gestegen van 11% in 2018 naar 12,8% in 2022. Het betreft het percentage jeugdigen met jeugdhulp ten opzichte van het totaal aantal jeugdigen onder de 18 jaar in Twente. Tussen gemeenten is sprake van grote verschillen in het aandeel jeugdigen met jeugdhulp. Dit heeft verschillende oorzaken. Zo is bijvoorbeeld de jeugdproblematiek in de stedelijke gemeenten anders dan in de plattelandsgemeenten.

Het aandeel personen met een Wmo-voorziening is in Twente de afgelopen jaren heel licht gestegen van 8,9% in 2018 naar 9,2% in 2022. Dit is het percentage ten opzichte van de volwassen inwoners vanaf 18 jaar in Twente. Ook voor de Wmo geldt dat er verschillen zijn in de percentages tussen gemeenten, waarbij de drie grote steden en de gemeente Oldenzaal het hoogste percentage inwoners met een Wmo-voorziening hebben. In Almelo stijgt het Wmo gebruik de laatste jaren het meest.

Huishoudens met ondersteuning

Inwoners die tegelijkertijd op hetzelfde adres wonen worden in de TMSD gezien als een huishouden. Deze gegevens zijn beschikbaar vanaf het jaar 2018. Er zijn opvallend grote verschillen tussen gemeenten in 2022. In Twenterand en Almelo hebben de meeste huishoudens met ondersteuning: 22,4% en 21,9%. In bijvoorbeeld Dinkelland is dit veel lager, namelijk 17%.

Wanneer specifiek naar huishoudens met jeugdhulp wordt gekeken, valt Rijssen-Holten (6,6%) op. Dit komt doordat in deze gemeente relatief veel huishoudens met kinderen wonen. Naast deze gemeente is met name in Twenterand het aandeel huishoudens met jeugdhulp hoog (6,5%). In Dinkelland komt slechts bij 3,7% van de huishoudens jeugdhulp voor.

Wanneer gekeken wordt naar huishoudens met Wmo-ondersteuning, dan zien we dat ongeveer zo’n 14 tot 18% van de huishoudens Wmo-ondersteuning heeft. In Almelo zien we de meeste huishoudens met Wmo-ondersteuning (17,6%). Ook in Enschede en Hengelo is dit percentage relatief hoog (17,5% en 17,0%). Dinkelland, Haaksbergen en Rijssen-Holten hebben het laagste aandeel huishoudens met Wmo-ondersteuning (respectievelijk 13,7%, 13,8% en 13,8%).

In- en uitstroom

In 2022 zijn in heel Twente 66.403 nieuwe toewijzingen gestart voor jeugdhulp of ondersteuning vanuit de Wmo en 66.911 toewijzingen zijn afgerond. Het in- en uitstroombeeld op basis van toewijzingen kan soms vertekend zijn, door bijvoorbeeld de overgang naar een nieuw inkoopmodel, waarvoor alle toewijzingen opnieuw geïndiceerd worden.

Leeftijd en geslacht

De helft van de jeugdigen met jeugdhulp heeft de basisschoolleeftijd. Over de jaren heen zien we een stijging van jeugdhulp op deze leeftijd: in 2018 had 13,8% van de basisschoolkinderen een vorm van jeugdhulp, in 2022 is dat 16%.

Verder valt op dat jongens in alle leeftijdscategorieën jongens sterker vertegenwoordigd zijn in jeugdhulp dan meisjes, behalve in de leeftijdsgroep van 12 t/m 17 jaar. In deze leeftijdsgroep is dat sinds 2022 andersom – vanaf dat moment is het aandeel meisjes in de leeftijdsgroep 12 t/m 17 jaar groter dan het aandeel jongens. De verschillen tussen het aantal jongens en meisjes in jeugdhulp worden kleiner naar mate kinderen ouder worden. Dit komt overeen met het landelijk beeld.

In de Wmo is de leeftijdsgroep 75 jaar en ouder in Twente het grootst. In 2022 had 39,1% van de 75-plussers een Wmo-voorziening. In de afgelopen jaren is er sprake van een daling van dit percentage. Binnen de Wmo valt het op dat mannen meer vertegenwoordigd zijn dan vrouwen in de Wmo tot en met hun 23ste jaar. Vanaf 24 jaar neemt het aandeel vrouwen sterk toe.

Leveringsvorm

In 2022 werd 98,4% van de hulp in Twente als Zorg in Natura (ZIN) geleverd en 1,6% via een Persoonsgebonden Budget (PGB). Binnen de Wmo is het aandeel ondersteuning middels een PGB groter dan binnen jeugdhulp, respectievelijk 1,8% en 1,1% in 2022. Er is in de afgelopen jaren een daling te zien in het percentage PGB’s, zowel bij jeugdhulp als bij Wmo. De gemeenten hebben hier specifiek op ingezet. 

Aanbieders

Jarabee is in Twente de grootste aanbieder van jeugdhulp. In 2022 gaat het om 1.607 jeugdigen en 2.881 toewijzingen (een jeugdige kan meerdere vormen van jeugdhulp tegelijkertijd ontvangen). Jarabee biedt specialistische jeugdhulp, waaronder ook pleegzorg valt.

Binnen de Wmo zijn Tzorg en Zorggroep Manna de grootste aanbieders, zij verlenen ondersteuning aan respectievelijk 6.058 en 5.301 personen in 2022.